donderdag 19 juli 2012



Zuidelijke staande mast route
Op ons eerste traject naar Haarlem – waar we nog steeds graag eens blijven liggen – treffen we zondagsdienst. Dit betekent dat we de brug in de A9 om 9 uur kunnen nemen (veel beter dan om 5u30 tijdens de week), maar ook dat we in konvooi door Haarlem moeten en dat duurt dan weer langer dan normaal. Toch liggen we nog voor de middag vast. Bijna houden we het droog – net bij aankomst toch nog een ‘saladevlaagske’.
In de namiddag klaart het op, we zien zowaar de zon. Op stap dus naar ’t stad. Haarlem is een oerhollands gezellig stadje. Tijdens het seizoen blijken zelfs op zondag, alle winkels open te zijn. Na een terrasje, ga ik mij een paar klompen passen – kwestie van in de juiste stijl te blijven.


’s Anderendaags vertrekken we met de eerste brugdraaiing van 9u naar Gouda. De dag begint met miezeren, maar al gauw gaat dit over in ‘drache national’ . Ook de wind ze nog een tandje bij. Bij de spoorbrug van Gouda wringt een binnenvaarder zich nog tussen ons en Den Dolf, zodat alleen Zwerver door de bruggen geraakt. Aan de stijger kan je niet meer van de boot af en door de aanhoudende regen, het geklots van voorbijvarende beroepsvaart en het lawaai van de drukken spoorweg, beleven we hier de miserabelste nacht van onze reis. Om 6u ’s morgens zijn we stand by om Den Dolf aan te pakken, maar het is eigenlijk niet nodig, er is plaats genoeg aan de stijger.

17 juli

Op naar Willemstad. Voor een keer blijft het droog, maar nu waait het weer de takken van de bomen. Op het Holland Diep komen we er nauwelijks tegenop en wanneer wij dan ook nog een bom wier in de schroef krijg, moeten iwij Den Dolf lossen. En zo raken we weer gesplitst. Bij aankomst wordt Den Dolf naar de oude haven verwezen en wordt een andere boot als Zwerver aanzien. Ondertussen worden wij door de havenmeester vrolijk naar de jachthaven verwezen. Wel krijgen we een mooi plekje, maar toch vinden we het spijtig dat we niet samen kunnen leggen.
Met een toch niet zo’n goede weersvoorspelling, vertrekken we toch maar naar Middelburg. Eenmaal op het Volkerrak begint het zowaar nog te stormen, met meer dan 35 knopen wind, hebben we alle last om de vaart er in te houden. Middelburg halen we zo niet, dat is duidelijk. Eerst willen we nog aan de stijgers van de Krammersluizen blijven liggen, maar daar worden we door een bullebak van een sluiswachter weggejaagd. We besluiten om dat maar door te zetten naar Zierikszee. Het eerste stuk valt nogal meer, maar op de Oosterschelde krijgen we weer de volle laag van het stormachtig weer. Als ze dan ook nog eens de Zeelandbrug voor onze neus dichtklappen met de mededeling van ‘we hadden jullie niet opgemerkt – binnen een half uurtje mag je het nog eens proberen’,
Dan werd er op 2 boten zo hartsgrondig gevloekt, dat de anderen dachten dat het donderde. Het spreekt vanzelf dat het ook nogal wat moeite kostte om behoorlijk afgemeerd te geraken in Zierikszee.
Op 19juli beslissen we om nog een dagje te blijven liggen, tot de harde wind over gaat.
We liggen zes boten dik en natuurlijk moet er één van tussen, zodat we nog maar eens onze manoeuvre vaardigheden bij harde wind uit de kast moeten halen, voor we het er van kunnen nemen.

Om van de nood een deugd te maken kunnen we hier op internet inloggen en kan de blog dus bijgewerkt worden.
Zaterdag, 14 juli

Het weerbericht is goed : 2 tot 4 uit het NW (wind in’t gat) en opklaringen in de namiddag. De praktijk : wind op kop, bij tijden 24 knopen wind en de godganse dag regen dat het giet. Zoppenat, zo nat en miserabel als een kat die je net uit het water hebt opgevist, komen we in Spaarndam aan. Geen van ons allen heeft goesting om nog aan het kookvuur te gaan staan. We hangen de boot vol natte kledij en gaan wat eten in de kantine. Morgen beter ?? ’s Nachts droom ik van vuurwerk op een zwoele ‘quatorze juillet’ in de Provençe.

vrijdag 13 juli 2012



Ijselmeer en Markermeer

Ik had er geen rekening mee gehouden, dat je op het Ijselmeer stevig verwaaid zou kunnen liggen – een illusie minder dus. De wind loeit door het want, het giet water en er rest ons dus niets anders dan tussen de buien door wat boodschappen te doen en het stadje te verkennen. Workum is (buiten verwachting) mooi en pittoresk, heeft zelfs een klassieke scheepswerf en is doorspekt met grachten. ’s Avonds gaan we op de borrel bij Stien en Stienne uit Denemarken, sympathieke mensen die ons al een tijdje volgen.

In de haven ziet het weer er behoorlijk uit en de onrust jaagt ons dus verder. We waren nog maar net buiten en het was al van amaai – zo’n golven en vanwaar komt al die wind ?
Duikend door de golven en met windsnelheden van 28 knopen hossen we naar Enkhuizen. Wat zijn we blij als we eindelijk de haven binnenlopen. Dat nooit meer ! Maar als we met de hele meute borrelen en zingen aan boord van Zwerver is het leed alweer rap vergeten.
Ook nu moeten we blijven liggen – wind en regen zorgen voor weersomstandigheden waar we onze buik van vol hebben. In de namiddag bezoeken het openlucht Zuiderzee museum, een soort Bokrijk op zijn Zuiderzees. Dit is een echte aanrader en we amuseren ons dan ook kostelijk.
Op ons avond overleg (’t moet niet altijd borreluurtje heten) spreken we af om morgen alles op een rijtje te zetten en pas dan te beslissen of we verder gaan of niet.

Voor wie de blog volgt zal dit waarschijnlijk ons laatste bericht zijn – vanaf hier gaan we in no-internet-territory.

donderdag 12 juli 2012



Het stuk naar Groningen stelt ons voor niet veel problemen. Het Eemskanaal is diep genoeg en de bruggen worden vlot gedraaid. Omdat we hebben moeten wachten tot een onweersbui overgetrokken was, halen we de Oosterhaven niet voor spertijd en moeten we voor een uurtje extra aan de kant. Oosterhaven, met z’n sympathieke havenmeester kennen we nog van de heenreis – we hoeven dus niet te aarzelen over waar we deze keer stoppen.
Het traject Groningen-Zoutkamp verloopt over het Reitdiep. Over dat ‘diep’ hoef je je niet al te veel voor te stellen, want we hier en daar moeten we wat ‘ploegen’ door de modder om er door te komen. Al bij al valt het nog goed mee en ook Zoutkamp kennen we nog. Deze keer gaan we de andere kant van het dorp verkennen en vinden we een leuk terrasje aan de buitenhaven.
Zoutkamp-Leeuwarden leggen we op zondag af en is het meest zenuwslopende stuk van de noordelijke staande mastroute. Ook nu weer ploegen we op meerdere plaatsen, lopen we vast op het Lauwersmeer en maken we een huppel met daverende mast over een hardere ‘boebel’.
Leeuwarden zien en binnenlopen is een ware verademing, vanaf nu zijn geen echt ondiepe trajecten meer. Varen op grote beken met nauwelijks 20 cm water onder de kiel, blijft spannend voor wie gewoon is om op zee te varen.
Maandag 9 juli kunnen we niet verder. Voor het gebied German Bight South geven ze stormwaarschuwingen en ook op het Ijselmeer waait het W 5 à 6 met uitschieters tot 7.
Boontjes wordt gevaarlijk om met zo’n wind te bevaren. We blijven dus liggen en maken van de gelegenheid gebruik om het mooie Leeuwarden eens te bezoeken. Sfeer is er in elk geval genoeg, want net nu gaat de ‘Solar Challenge’ door : wedstrijden voor bootjes die op zonne-energie worden voortgedreven.
Dinsdag leggen we dan het laatste stuk van de noordelijke staande mastroute af. Het Van Harinxmakanaal naar Harlingen is rustgevend diep alleen krijgen we zo’n bruin vermoeden, dat er een pak meer wind staat dan voorspeld. En inderdaad, als we in Harlingen het wad opdraaien staat er een stevige zeegang in het Boontjes diep. Gelukkig is het niet ver naar de sluizen van Kornwederzand, maar ook op het Ijselmeer is de zee stevig opgebouwd. We zijn dan ook blij als we uiteindelijk rond 18u vastliggen in Workum.

donderdag 5 juli 2012

Toch weer staande mastroute ?

Als we ’s avonds in Borkum aankomen, heeft Dolf de weerberichten van Pinnenberg opgehaald via zijn computer. Het ziet er weer niet al te best uit, dus besluiten we om naar Delfzijl te varen en daar het onweer uit te zitten. Uiteindelijk valt het nogal mee en bekijken we het vanaf hier dag per dag.


Helgoland II

Na een dagje wachten op een weersverbetering varen we terug naar Helgoland. Het tij laat geen andere opties toe. Maar dat laten we niet aan ons hart komen : goedkope diesel en alcohol, een heerlijk eiland en een gemoedelijke sfeer. Het weer is uitstekend en op ons extra dagje verblijf, verkiezen we om na de ravitaillering eens Düne te bezoeken. Dit eiland, op een boogscheut van Helgoland is beschermd natuurgebied. Met je eigen boot mag je er niet naartoe, wel met een ferrytje. Het duinlandschap is er wondermooi, de wilde zeehonden mag je tot op 30 meter benaderen (over de afstand die je tot de FFk’ers dient te bewaren wordt niets gezegd). Dit alles bezorgt ons een heerlijk vakantiegevoel.
Op woensdag 4 juli, lopen we terug naar Borkum : 73 lange en gevarieerde mijlen met van alles wat : goeie wind, geen wind en teveel wind. Uiteindelijk komen we zo’n 13 uur later aan – langer dan gewoonlijk omwille van de enorme tegenstroom in het Riffgat en de Fisherbalje. Om de dag goed te beëindigen loop ik nog eens aan de grond als ik een plaatsje probeer te versieren in de verenigingshaven. Dan maar weer naar de goeie ouwe, hoge en onderkomen steigers van Burkanahaven.

maandag 2 juli 2012



Terug naar Cuxhaven
Op vrijdag verlaten we Laboe wat later dan voorzien. Eerst laten we een hevig onweer uitrazen. Wat we niet wisten, is dat zijn broertje op ons lag te wachten aan de sluis van Holgenau : donder, bliksem en een regengordijn waardoor je geen 100 meter ver meer zag. Gelukkig was het er eentje van kort maar hevig. De rest van de dag bleef het droog, zodat we op een aangename en rustige manier Oldenbuttel konden aanlopen. Deze keer hadden we meer geluk en was restaurantje wel open. Aangezien ik al weken aan het mekkeren was over een “riesen currywurst mit pommes”, wilden de anderen dat ook wel eens proberen – en ja, ik heb ze kunnen overtuigen. Alleen had Jenny na de maaltijd nog een gaatje over voor een coupke met frèzen. We deden met z’n allen graag mee maar het coupke dat ze voor onze neus zetten was meer een kuipke dan een coupke. En toch werden we daarvoor maar 3,5 euro aangerekend.
Na een welverdiende nachtrust (na al dat eten) zijn we dan op zaterdag doorgestoken naar Cuxhaven. Voelde het binnenlopen, eind mei, nog aan als het begin van een reis, dan hadden we nu eerder het gevoel van ‘het begin van het einde’.

donderdag 28 juni 2012



De Baltische cirkel is rond
Vandaag (28 juni) zijn we op een platte zee en met geen lovertje wind terug naar Laboe gevaren. Daarmee is de lus gesloten en is ons Oostzee avontuur afgelopen. We kunnen terugkijken op een zeer gevarieerd reisdeel : de natuur en toch wel andere cultuur van Denemarken – Kopenhagen – en vooral de prachtige Duitse Hanzesteden. Vanavond gaan we dus uit en sluiten we dit mooie onderdeel af met een etentje op restaurant.


Woendag 27 juni

Eindelijk is het zover, de wind is gezakt tot op boot toeristen niveau en weg zijn wij. Na zeven dagen gaan we met een goed aangevulde portefeuille het havengeld afrekenen. De havenmeester maakt er uitgebreid zijn werk van : ligplaats x lengte x aantal dagen; elektriciteit afzonderlijk; pand voor de sleutel in mindering brengen; enfin, na een kleine 10 minuten rekenen komt hij op een totale som van 64 euro of 9 euro per dag ! We hadden het slechter kunnen treffen. Den Dolf zijne boot laat hij uit eigen beweging nog wat krimpen, opdat die sukkelaar toch niet al te veel zou moeten betalen.
Eenmaal op zee, gaat alles vlot, hoewel de zee nog redelijk opgebouwd is na al die dagen zwaar weer – we rollen er dus weer eens op los. Een zestal uur later draaien we echter al de rede van Heiligenhafen op en kunnen we een plaatsje beginnen zoeken is de grote marina. We maken vast naast een Beneteau 46. Als we van onze avondwandeling terugkomen vragen we ons af van wie die bijboot is die naast de Beneteau ligt. Na wat beter kijken ontdekken we dat het onze “Zwerver” is.
Lubeck

Neenee, we liggen nog stevig vast te Wismar, met nog twee dagen storm voor de boeg.
Omdat we toch graag Lubeck willen zien, nemen we dan maar de trein. Ook hier treffen we een zeer gezellige oude (Hanze)stad aan. We wandelen voorbij alle bezienswaardigheden – de winkels horen daar ook bij zegt Christiane - en genieten eens te meer van een leuke daguitstap.

zaterdag 23 juni 2012



Wismar

Op 20 juni gooien we los voor onze tocht naar Wismar, de tweede Oostduitse Hanzestad die we aandoen. De tocht verloopt rustig en de aanloop van Wismar is zeer goed beboeid. In de haven zelf moeten we echter even zoeken voor we Westhaven marina vinden. De jachthaven is een sympathieke kleine bedoening – er is net nog plaats voor onze beide boten. Het sanitair is net en de supermarkt dichtbij. Zelfs wifi is gratis – wat wil je nog meer.
Wismar heeft een prachtige oude binnenstad, die gedomineerd wordt door baksteen gotieken kerken. We kunnen ook veel mooie oude gebouwen bewonderen en onze dames kunnen hun hartje ophalen in het gezellige winkelcentrum.
Het weer valt wat tegen zodat we hier wat langer blijven liggen dan voorzien, maar gezien de omstandigheden is dit niet al te erg. Wel besluiten we Lubeck over te slaan en van hier meteen naar Heiligenhafen door te varen.
’s Anderendaags nemen we de overzet van de marina, een mooi klassiek scheepje om Warnemunde en vandaar ook (met de trein) Rostock te bezoeken. Het is mooi weer en we genieten van onze uitstap.

maandag 18 juni 2012



Maandag 18 juni –storm op zee

Terug naar de bewoonde wereld. Vandaag maken we de oversteek naar Rostock (Travemunde) en beklemmen daarmee definitief de terugreis. Gans de voormiddag is het prachtig weer en heerlijk (motor)zeilen. Kort na de middag begint de wind echter weer eens aan te trekken en de zee zich op te bouwen. Deze keer is het menens. Nog voor we de haven bereiken hebben we met meer dan 30 knopen wind af te rekenen. De venijnige korte golven kletsen met regelmaat over de boot tot in de kuip. Kletsnat, maar tevreden veilig binnen te zijn, komen we aan. Nog geen half uur nadien breekt een hevig onweer los, met windvlagen van rond de 9 beaufort. We prijzen ons gelukkig dat we vanmorgen vroeg vertrokken zijn en dit leukertje in de haven kunnen meemaken. Terwijl ik dit schrijf is het loeien herbegonnen – zelfs hier, aan de steiger meet ik 32 knopen wind !
We kunnen nauwelijks blijven rechtstaan in de boot dus dat belooft een rustige nacht te worden.
Gelukkig liggen we in een schitterende, chique aandoende nieuwe marina met alle voorzieningen – dus ook gratis wifi om te kunnen bloggen, mailen, skypen …Na al die basic eilandjes zou je nog ontwenningsverschijnselen krijgen.


De terugreis

Op 15 juni, precies een maand na ons vertrek te Oostende, vatten we de terugreis aan.
Eerst moeten we wel terug naar Klintholm, onze springplank naar het Duitse vasteland. De tocht begint kalm, maar rond de middag trekt de wind stevig aan en bouwt de zee zich tot onaangename hoogtes op. Jerom den autopiloot kiest juist dit moment uit om te protesteren over sleet. Tot twee keer toe wipt hij van zijn pinnetje en maakt aldus dat Zwerver een flinke zwieper maak. Ik kan hem overtuigen goed te blijven werken, door het kopje te vervangen door dit van de reservepiloot en door hem te beloven dat hij een gloed nieuw kopje krijgt van zodra we een scheepswinkel vinden.
We zijn blij als we rond vier uur de haven kunnen binnendraaien. Ook nu weer bekomen we met een irish coffee in het plaatselijke restaurant – staminees zijn hier niet te vinden. We zijn niet van plan hier een gewoonte van te maken, zunne.
’s Anderendaags gaan we met de fiets naar Mons Klint, een prachtig museum over het ontstaan van de krijtrotsen en met schitterende 3D films over de voorhistorische dieren die hier voorkwamen.
Bij terugkeer in de haven vernemen we dat het morgen gaat loeien – Denemarken wil ons nog een extra dagje houden.


Kopenhagen

Op 12 juni maken we de sprong naar ons einddoel . Vanuit Klintholm hebben we een 50 mijl te gaan en na een uur of acht kunnen we aanleggen in het Christianshavn Kanal. We liggen in de gemeentehaven niet al te best : geen douches of toiletten en nauwelijks elektriciteit. We gaan dus dezelfde avond nog een plaats reserveren in Wilders Plats marina, een beetje verder op een zijkanaal, waar wel alles aanwezig is. Om onze ongemakken te verlichten gaan we ’s avons een irish coffee drinken op een van de vele terrasjes van Nyhavn. Oostende voor anker hebben we jammer genoeg gemist, maar hier kunnen we toch een beetje van de sfeer opsnuiven – deze haven ligt altijd vol klassieke schepen.
Nadat we ’s anderendaags de boten verkast hebben gaan we op verkenning langs de bezienswaardigheden van het stadscentrum : het stadhuis, Hans Christian Andersen, Tivoli park en natuurlijk ook de winkelstraatjes. De hop-on hop-off bus vinden we niet want de markt ligt volledig open. We doen dan maar alles te voet.
De meermin en het koninklijk paleis houden we voor de dag er op. Twee dagen en een beetje is goed voor een algemene verkenning van deze mooie stad – voor een meer grondige kennismaking met museumbezoek en zo heb je zeker nog een dag of drie meer nodig.
Eilandhoppen

Van Bagenkop naar Kopenhagen gaan we eilandhoppend. Eerst naar Rodbyhavn op Lolland, dan naar Gedser op Falster en van daar naar Klintholm op Mon. Alle havens liggen op een 30 mijl van elkaar, zodat het steeds overzichtelijke dagtochtjes worden. De eilanden zelf zijn zo’n beetje hetzelfde : basis voorzieningen, alle faciliteiten zijn net maar verouderd en veel meer dan wandelen of fietsen valt er niet te doen. De natuur en de heel andere manier van leven maken dergelijke uitstapjes echter de moeite waard.
De sfeer is overal op z’n eilands relax. Bij vrijwel elke haven hoort een drukke ferryterminal, maar aan lichten hebben ze hier geen behoefte. De regel is simpel : ferry’s hebben voorrang.
Op Gedser liggen we verwaaid voor een dag of twee. We maken van de gelegenheid gebruik om met de bus naar de hoofdplaats Nykobing te reizen. We moeten trouwens wat deense kronen afhalen en in Gedser zelf hebben ze zelfs geen bank.
We merken dat het voor een West-Vlaming niet al te moeilijk kan zijn om Deens te leren :





woensdag 6 juni 2012

Woensdag 6 juni

Gisteren bleven we een dagje liggen te Laboe. Het weer was niet al te goed en voor je naar Denemarken vertrekt is het geen slecht idee om de voorraden wat aan te vullen – vooral de alcoholische dan.
Vanmorgen was de wind wat gevallen en zijn we omstreeks 9 uur weggevaren.
Ons eerste Deense eiland heet Langeland en we leggen aan op de haven Bagenkop. Slechts 27 mijl van Laboe is dit een kort tochtje en met bijna halve wind gaat het goed, hoewel er een vervelende dwarszee staat. Den Dolf gaat er als een speer vandoor – op deze korte afstand klopt hij ons met bijna een half uur – er was weer geen houden aan.
Bagenkop zelf stelt niet veel voor,een vissersdorp met een soort jachthaventje erbij. Op de jachthaven wat winkeltjes en een restaurant maar daarbuiten is het over en uit.
Een havenmeester is er niet te vinden, alles dient per kassa automaat geregeld te worden. Wel staat er een waarschuwing dat je dubbel liggeld zal aangerekend worden, indien je kort na aankomst nog niet hebt afgerekend. Op ons verkenningswandelingetje vergeten we de ‘kodak’ – geen foto bij deze bijdrage dus. ‘k Beloof wel beterschap !
We hopen dat we hier niet verwaaid geraken.

maandag 4 juni 2012



Zondag 3 juni

Iets vroeger dan voorzien verlaten we Cuxhaven – Dolf heeft in zijn pilot gelezen dat er tussen 12 en 14 uur spertijd is voor de sluis van Brunsbuttel. We passen het uitstekend, net als we Brunsbuttel bereiken, wordt de sluis bediend. Zo komen we reeds rond 15uur te Oldenbutel aan, waar we vastmaken aan een ponton op het Gieselau kanaal.

We liggen hier volledig in de natuur, muziek hebben we niet nodig : zwaluwen, een koekoek en tal van andere vogels fluiten er op los dat het een plezier is. Na het eten gaan we nog eens op verkenning naar Oldenbuttel, om te zien of het enige ‘gasthaus’ dat het dorp rijk is nog open is. Neen dus – wel zat de ooievaar nog steeds op zijn hoge nest boven het café.
Na een heerlijke nachtrust, vertrekken we ’s anderendaags voor de lange kanaalvaart van 35 mijl naar Holtenau en vandaar naar de jachthaven van Laboe. Gelukkig worden we nu en dan nog eens afgeleid door de grote jongens die ons kruisen of voorsteken, anders zou het maar een saaie bedoening zijn.

zaterdag 2 juni 2012



Donderdag 31 mei

Vandaag hadden we een was, plas en boodschappen pauze voorzien. Wanneer we de weerberichten bekijken zal het echter waarschijnlijk wat meer worden : er komt een stormke op ons af en helden als we zijn, bekijken we die het liefst van aan een ponton in de jachthaven.
In de jachthaven heeft een zeehondje een ponton als zijn vaste meerplaats uitgekozen. Hij laat zich onverstoorbaar door jan en alleman fotograferen.
Nu we hier toch verwaaid liggen gaan we op vrijdag met de trein naar Hamburg. We bezoeken de stad met een hop-on hop-off toerbus, zo heb je vrij snel een idee van wat er in deze stad zoal te zien valt. De gidsen spreken echter alleen een soort onverstaanbaar duits of engels met een accent dat zo zwaar is, dat je nauwelijks het verschil hoort. Enfin – iets minder leerzaam dus. We hoppe van de bus aan de Alt Stadt, dicht bij het prachtige stadhuis. We gaan op verkenning langs de poepchique winkelgalerijen. Je kan daar reeds een uurwerk kopen voor 130.000 euro en een vodje van een kleedje gaat makkelijk boven de 1000 euro. We houden onze portemonee stevig dicht. Dolf en ik willen ook nog eens van de bus afhoppen op de Reperbaan, maar Christiane en Jenny houden het been stijf – letterlijk – we geraken er niet voorbij om af te stappen. We vroegen ons nochtans af waarom ze hier reclame maken voor tafeldansen, terwijl dat bij ons bijna nergens mag.

Het weer begint te beteren, het ziet er naar uit dat we morgen verder kunnen.
Woensdag 30 mei

Om 13u15 verlaten we Helgoland. Er staat een onaangenaam rolzeetje, een overblijfsel van de harde wind van gisteren – een echt Duitse Bucht geval met zelfs te weinig wind om een zeiltje vol te houden. 6 Uur rollen – joepie. Als je je wilt voorstellen hoe dat gaat, ga dan op de grond zitten, benen open en armen opzij en dan … de Marie-Louise …, ja, zo zes uur aan een stuk doorgaan. Hoe ver zit je al ? Niet vergeten é : la lalala lalala lala lala… en om het plaatje compleet te maken snuif je nu en dan nog wat frisse uitlaatgassen op. Zou je dat nu kunnen geloven dat we tegen ons vrienden en kennissen zeggen dat wij aan pleziervaart doen ?
Enfin, eenmaal op de Elbe gaat het wat beter en met de stroom vol in de kont (van de boot natuurlijk) sjezen we met soms meer dan 10 knopen naar Cuxhaven.
Moe zijn we, eigenlijk bekaf, van al dat gerol en als we rond 18u30 ook de havenverplichtingen hebben voldaan hebben we voor niet veel meer goesting dan nog een boterhammeke verorberen en een paar bladzijden lezen. Om 21u kruipen we in bed – thuis heb ik op dat uur nog niet voor de eerste keer gezapt !


Dinsdag 29 mei

Bezoekdag aan Helgoland vandaag. We werken alle bezienswaardigheden af : de goedkope dieselpomp, de taxfree shops maar ook de wandeling om het eiland. Helgoland heeft een prachtige natuur en bovendien is het broedtijd. De klippen zitten vol broedende meeuwen, alken en jan van genten. De vogels laten zich tot zeer dichtbij benaderen, wat een extra spektakel oplevert. De mooie wandeling sluiten we af met een terrasje en zo kan deze dag weeral niet meer stuk


Maandag 28 mei

Deze keer is het toch echt vroeg – om mogelijke problemen met het omslaande weer te vermijden, gooien we reeds om 6 uur los. Aan de andere kant hebben we dan wel slechts een viertal uur stroom tegen op een traject van 73 mijl.
Het wordt een rustige motorzeiltocht, met een vrijwel platte zee en een aangenaam zonnetje. Tot we met de aanloop beginnen. Ineens slaat een mistgordijn dicht en wordt het zicht minder dan 10 meter. Jenny duikt naar beneden om de computer met het kaartenprogramma te starten en louter daarop kunnen we de ingang vinden – leve de techniek. Gelukkig trekt de mist wat op eenmaal we binnen zijn en kunnen we zonder verdere problemen aanmeren. We hebben geluk met de drukte, zo net zijn meer dan 50 wedstrijdjachten vertrokken voor hun koers rond Denemarken. Van mij mogen ze het hebben met ‘near gale warnings’ in het Kattegat.
Ook wij blijven morgen liggen wachten op beter weer – N 5 tot 6 met golven tussen 1 en 3 meter zijn niet onze eerste keus.


Zondag 27 mei

Nu de staand mastroute achter ons ligt dienen we weer rekening e houden met het getij.
Om naar Borkum te kunnen hebben we twee mogelijkheden : een vroege start om 7u of een late rond 15u30. We kiezen voor de vroege. Vroeg opstaan is aan boord minder lastig dan thuis. We gaan hier dan ook meestal vroeger slapen. Dat we geen TV en bijbehorende zapper aan boord hebben, zal daar wel voor iets tussen zitten.
Borkum ligt maar zo’n 19 mijl van Delfzijl en met een flinke stroom mee op de Eems, overbruggen we die afstand in 3 uur.
Na de moderne voorzieningen van de laatste dagen, komen we hier in een heel ander kader. We liggen aan oude betonnen pieren, het havenkantoor en de het sanitair liggen een heel eind van de boot af en het stadje kan je alleen per fiets, bus of toeristentreintje bereiken. We liggen dan ook in de Burkanahaven – een oud militair domein. Van baggeren hebben ze ook nog nooit gehoord – het scheelde geen haar of we zaten nog maar een keer vast, wanneer we van de ene pier naar de andere wilden varen.
In de namiddag springen we op ons fietsjes en brengen we een bezoek aan het stadje. Na 5 km fietsen treffen we een super toeristisch badstadje aan – kürort, heet dat hier.
Gezellig is het er wel.


Zaterdag 26 mei

Na een rustdag in het mooie Groningen trekken we verder naar Delfzijl. De afstand is niet te groot, de bruggen en de zeesluis draaien vlot zodat we reeds tegen de middag aankomen. Het is feest in Delfzijl – kadefeesten heet het hier – vlaggetjesdag op sommige andere plaatsen. De haven ligt dan ook behoorlijk vol. We vinden nog net twee plaatsjes om ons af te meren.
Overal in de stad staan kraampjes, er is een heuse kermis en op meerdere straathoeken worden optredens gegeven. Zo kunnen wij genieten van een leuke rockband, een kopergroepje en een shantykoor.
Het is nog steeds uitstekend weer en Christiane en Dolf nodigen ons uit voor de aperitief aan boord. Meteen kunnen we de weersverwachtingen van Pinnenberg bekijken en onze strategie voor de komende dagen bepalen.

vrijdag 25 mei 2012

Donderdag 23 mei

Om 8u15 verlaten we Zoutkamp, met slechts een heel klein beetje door de modder slepen. Het Reitdiep heeft 22 bruggen en een sluis voor ons in petto voor we in de Oosterhaven van Groningen zullen aankomen. Alles gaat vlot en we kunnen alweer grapjes maken over de miserie van gisteren. Je kunt het haast niet geloven, maar tussen de Groningse bruggen breekt mijn gaskabel – onbestuurbaar dus. Redder in nood Den Dolf sleept ons nog door enkele bruggen, maar bij de Emmabrug is het gedaan. Wanneer we het wat moeilijker krijgen om beide vaartuigen te controleren, gaat de brug onverbiddelijk voor onze neus dicht. We besluiten dan maar om ons aan de wachtsteiger vast te maken en het boeltje te herstellen voor we verder gaan. We bellen Oosterhaven op en deze weten ons te vertellen dat ze een morsekabel in reserve hebben. Met de hulp van Dolf demonteren we de kabel en varen we met zijn boot naar de jachthaven. Snel de kabel gekocht, maar toch te laat om nog met de boot terug te keren wegens de spertijd.
De havenmeester is echter zo vriendelijk om ons met zijn vletje – gratis nog wel – terug te varen naar de Emmabrug. Van op de wachtsteiger kan je namelijk niet aan de kant.
Voor de spertijd om is, is alles opnieuw gemonteerd en kunnen we op eigen kracht weer verder.
Voor alle moeite die ze voor ons getroost hebben, trakteren we Dolf en Christiane op een entrecootje. We beleven nog een gezellige zomeravond waarop ook een heerlijk terrasje aan het water niet ontbreekt.


Woensdag 23 mei

Om 9u gooien we de trossen los om met de eerste brugdraaiing Leeuwarden te kunnen verlaten. Vandaag gaat het over het ondiepe gedeelte van de staande mastroute naar Zoutkamp. En dat hebben we geweten ! Reeds in het Dokkumer Ee lopen we voor de eerste keer vast. Een Duitse motorboot neemt nogal onbeholpen een lijntje aan, maar bakt er niet veel van. We komen niet los, maar door het gewrikkel kunnen we met een flinke dot gas zelf van de bobbel wegkomen. In Dokkum, hebben we weer prijs, hoewel we mooi in het midden van de vaarweg varen. Deze keer trekt Den Dolf ons weer vlot. Als we denken alles achter de rug te hebben lopen we in de Slenk bij Lauwersoog flink vast. De Nederlandse ‘Camelot’ krijgt ons met heel veel moeite van de plaat af.
Na al deze avonturen varen we jachthaven het Hunzegat binnen. Er is plaats zat maar … 2 meter voor de kant raken we opnieuw de bodem. Daar kunnen we mee leven, we leggen ons dan maar wat verder van de steiger.
Oef.


Dinsdag 22 mei

Lemmer is een gezellig dorp met heel veel watersport. Drie supermarkten liggen op 10 minuten wandelen van jachthaven de Friese Hoek. Gezien die op zondag gesloten zijn, blijven we een extra dagje liggen om onze voorraden aan te vullen, wat rond te fietsen en een terrasje te doen – ’t is vakantie voor iets en nu ook het weer meezit moeten we toch een beetje profiteren.
Vanmorgen zijn we dan begonnen aan het noordelijk deel van de staande mastroute :over de Friese meren (van de ‘Provinsje Fryslân) naar Leeuwarden. Alles gaat vlot tot we voor de Fonejachtbrug liggen te wachten. Beroepsvaarders weten ons te vertellen dat die brug al vijf jaar niet meer bediend wordt –‘asjemenou’. Onze vaarinformatie is dus al te up to date, om maar iets te zeggen. Na veel zoeken en vragen moeten we uiteindelijk rechtsomkeer maken tot Grou en daar de totaal nieuwe route oppikken. Zo komen we te laat in Leeuwarden om nog voor de avondspits spertijd door de bruggen te gaan – nog een uur en een kwart wachten dus. Om zeven uur vinden we dan – zo’n beetje murw- eindelijk een ligplaats. We moeten langszij, want door onze diepgang komen we niet aan de kant.
En smaken dat die pintjes deden !
Zondag 20 mei

De blog is gisterenavond inderdaad online geraakt. We hebben zelfs kunnen skypen om ons Emelietje een gelukkige 6e verjaardag te wensen – toch tof om ook onderweg de kleinkinderen nog eens te kunnen ‘zien’.
Na de dieseltanks volgegooid te hebben vertrekken we omstreeks 9u20 uit Lelystad – heerlijk wanneer je helemaal niet met getijden rekening dient te houden. De dag begint somber, maar al gauw krijgen we heerlijk lenteweer. Met een boot vol dondervliegskes (dat belooft) arriveren we kort na de middag in de jachthaven Friese hoek te Lemmer. Het was wel even zoeken, want andere binnenvarende jachten verdwenen in allerlei gaten, naar andere marinas.

zaterdag 19 mei 2012

Zaterdag 19 mei

Om 9 uur verlaten we onze ligplaats te Haarlem. Veel te vroeg eigenlijk, want het blijkt maar 1u15 varen naar de brug inde A9. In de brochure van 2011 stond dat er om twaalf uur een opening was, maar ondertussen werd dit gewijzigd naar 13u – zo’n drie uur wachten dus. Ondertussen komen ook nog meer jachten toe. Wij beginnen zo langzamerhand zelf als fender te fungeren.
Door al dit oponthoud komen wij pas omstreeks 19u30 te Lelystad/Flevo Marina aan.
Goed nieuws is dat er hier een gratis wifi-verbinding te vinden is, misschien krijg ik er straks de blog nog op.H


Vrijdag 18 mei

Om kwart voor zes uit de veren om de brug van 6u20 te halen – joepie vakantie zegt Jenny. Maar goed, zo liggen we reeds om 9U30 vast op dezelfde aanlegplaats van de vorige keer te Haarlem. Hier houden we een rustdag.
De voormiddag gebruiken wij om de voorraden aan te vullen en na ons middagdutje, maken we nog een wandeling door het gezellige stadje. We kunnen zelfs een (verwarmd) terrasje doen. Bij onze wandeling ontdekken we achter een poortje een wondermooi binnentuintje – dit hadden wij de vorige keer niet opgemerkt.
Donderdag 17 mei

Omstreeks kwart over acht varen wij de jachthaven van Willemstad uit. Met de stroom mee gaat het goed, zo goed, dat we reeds om 10u15 door de brug van Dordrecht kunnen.
En het blijft maar vlotten, want iets over twee zijn we de Julianasluis bij Gouda gepasseerd. Dar heeft ons nog tien minuten om de spoorbruggen te komen, willen we niet tot kwart over negen moeten blijven liggen. Met een flinke dot gas erbij spetteren we op de wijze van de binnenvarende RYCO visser naar de bruggen toe. De brugwachter geeft ons die extra 30 seconden meer die we nodig hebben om er door te sjezen. Al terwijl we eronder doorvaren gaan ze weer dicht. Nu we toch zo vroeg zijn gaan we maar door naar Haarlem. We zijn net op tijd aan de Schiphol bruggen om de laatste opening van de dag te halen – zo denken wij. Alleen wisten wij niet dat op feestdagen er zaterdagdienst gedraaid wordt – rare jongens die Hollanders. Dit wordt dus overnachten aan de wachtsteiger – niet zo erg, want we zijn redelijk afgepeigerd na zo’n lange dag varen.


Woensdag 16 mei

Vandaag zijn de grote binnenwateren aan de beurt. Sluizendag dus – vier moeten we er hebben : de sluis van Veere tussen het kanaal door Walcheren en het Veerse meer, de Zandkreeksluis tussen het Veerse meer en de Oosterschelde, de Krammersluizen tussen de Oosterschelde en het Volkerrak en tenslotte de Volkerraksluizen tussen het Volkerrak en het Hollands diep. In alle sluizen werken we perfect samen, maar in de laatste gaat het eventjes verkeerd : door een communicatiestoornis gaan we beiden voor de zelfde bolder met het gekende geharrewar voor gevolg. Toch krijgen we uiteindelijk de boot zonder brokken te maken deftig afgemeerd.
Ook vandaag is het weer een koude dag met behoorlijk veel wind. Gelukkig blijft het ook meestal droog en zonnig. Om 17u45 liggen we vast in Willemstad – toch een dikke negen uur bezig geweest.
Dinsdag 15 mei 2012

Zelden geraak je in Oostende buiten zonder te moeten wachten op een ferry of ander vrachtvervoer. Ook nu weer hadden we prijs en dienden we een half uur toertjes te draaien. Lastig, want na het onweer van deze wacht, wou ik zo snel mogelijk weten waar we aan toe waren. Al bij al viel het reuze mee – de “pitten” waren te doen, de wind bleef rond de 4 Bf hangen en op en spatje nu en dan na, zijn we zelfs droog gebleven. Weinig punten voor moed en zelfopoffering gescoord dus en daar waren we best tevreden mee.
Reeds om 12u30 draaiden we de sluis van Vlissingen binnen – Dolf lag natuurlijk al te wachten – probeer den dezen maar eens bij te houden. Ook de bruggen op het kanaal door Walcheren werden vlot bediend, zodat we omstreeks 14u30 reeds in de jachthaven van Middelburg vastlagen.
Goed begonnen, half gewonnen ???