donderdag 29 juli 2010


27 juli

Om kwart na zeven ’s avonds roepen wij Fish Dock Island op, om toestemming te vragen om Grimsby te verlaten. Met 101 mijl in het verschiet naar Lowestoft, wordt dit onze langste tocht ooit, samen. Voor Jenny wordt het tevens haar eerste nachttocht. Ze moet voor het eerst echt wacht lopen en dat doet ze meteen goed. De omstandigheden waren nochtans niet van de beste. Hoewel we een goed weerbericht hadden, hadden we toch af te rekenen met een zwel van anderhalve meter en meer. Met achterlijke wind betekent dit, dat de boot zich als een kurkentrekker door het water beweegt : gieren en rollen, waar de autopiloot veel moeite mee heeft. Echt gevaarlijk is dit niet, wel erg vermoeiend. Je moet je voortdurend schrap zetten of je bewegingen zo goed mogelijk aan die van de boot aanpassen. Zelfs als je probeert te rusten of te slapen, moet je jezelf schoren of vasthouden, wil je niet van je bank of uit je kooi donderen.
De schipper heeft de stroming goed berekent, zodat we juist op de kentering aan de East Sheringdon aankomen. Nu kunnen we de ganse weg met stroom mee naar Lowestoft.
Kort na de middag komen we daar ‘moe, maar voldaan’ zoals dat heet, aan.
We verwennen ons met een lekker dineetje in de Harbour Inn. Nadien houden we het niet lang meer uit, we gaan met de kippen (of is dat aan boord met de vissen) op stok.

woensdag 28 juli 2010


26 juli

Reeds om kwart na zeven staat de havenmeester op onze boot te kloppen. Een vriendelijke kerel, die eerst vertelt hoe hij gisteren avond zijn schroef verloor tijdens het aanleggen en dan pas ter zake komt. Nu we toch aan de brandstof steiger liggen, tanken we eerst vol en verkassen we daarna naar een betere ligplaats. Met 11 pond en een beetje is dit hier onze goedkoopste jachthaven tot nog toe. Alles gaat er bovendien zeer familiaal aan toe.
In de namiddag brengen we een bezoek aan het stadje. De kant van de dokken is volledig in verval geraakt, na het verdwijnen van de vis industrie. Een nieuw centrum heeft zich echter ontwikkeld rond een overdekt winkelcentrum. Daar is het dan ook heel wat levendiger en properder. We struinen wat rond, doen onze boodschappen en keren op tijd terug naar de boot voor de weerberichten van Pinnenberg. Onze langste (nacht) tocht ligt namelijk in het verschiet : de 101 mijl naar Lowestoft.
25 juli

In alle vroegte verlaten we Whitby, we hebben dan ook een lange tocht voor de boeg.
In totaal zullen we 12u30 nodig hebben om Grimsby te bereiken. In dezelfde tijdsspanne ben je met de wagen, vanuit Oostende, over de Spaanse grens. Toch gaat de vergelijking niet helemaal op – varen is heel wat rustiger. Vooral op een dag als vandaag, zonder wind en op een platte zee, als de ganse reis op de motor gaat. Alles wat je te doen hebt is uitkijken voor scheepvaart en kreeftenpotten en de capriolen van de fauna te bewonderen. Wij kunnen steeds weer genieten van jan van genten die als bommen in zee duiken, van papegaaiduikertjes die er klapwiekend over de golven vandoor gaan om dan toch nog snel onder te duiken of van een sporadische zeehond of dolfijn die even komt kijken naar wat er daar nu boven hun hoofd zwemt.
Je gelooft het niet, maar wanneer wij goed en wel de Humber zijn opgedraaid, begint het weer te waaien van jewelste. Omdat die wind dan ook nog eens tegen de sterke vloedstroom instaat, staat er op 1 2 3 een knobbelzeetje, waarvan wij doorpekeld raken.
Bij aankomst is er buiten een paar zatlappen in de clubbar, niemand meer te vinden. Van het zatte broederschap mogen we tot morgenochtend aan het fuel ponton blijven liggen.
Wij zijn lang genoeg in span geweest om niet verder te discussiëren – morgen zien we wel weer verder.

zaterdag 24 juli 2010


24 juli

Whitby is te mooi om zo maar over te slaan. We blijven hier dus met plezier een dagje liggen. Deze morgen brachten we de boot in orde : motor nazien, diesel bijtanken voor motor en webasto en wat opruimen. Na de middag verkenden we de oost kant van Whitby. Omdat de brug niet werkt, moeten we een shuttle bus naar de overkant nemen. Er staan zoveel mensen aan te schuiven dat we zowel in het doorgaan als in het terugkeren pas met de tweede bus meekunnen. De Oostkant, met z’n smalle straatjes, pittoreske winkeltjes en de abdijruïne is dan ook de mooiste kant van het stadje. Om bij de abdij te komen moet je er wel een klim van 199 trappen voor over hebben, maar de wandeling die je er kunt maken maakt alles weer goed. Het voordeel is dan weer dat, tegen dat je weer beneden bent, je enorme dorst hebt. En er is toch wel een leuke pub juist aan de voet van de trappen zeker – als dat geen toeval is !
We houden een rustige avond aan boord, want morgen staat er 76 mijl op het programma.

vrijdag 23 juli 2010


23 juli

Vandaag trekken we verder naar Whitby. Volgens de Reeds kunnen we pas om 12u weg, volgens mijn berekeningen echter zou het al om 11u gaan. Dus … kwart voor elf gooien we los, we bestellen de sluis, varen resoluut het zeegat in en … lopen vast – gelukkig efkes maar. ‘k Zal in september maar weer bij Octaaf op les gaan zeker ? River Tees , net bezuiden Hartlepool Marina is zeer druk bevaren. Drie slepers willen naar buiten, een reusachtige sleep wil naar binnen. Wij hebben een close encounter met een gas cargo ;-)
Grapje natuurlijk, zoiets als op de foto durven we alleen aan als de ‘grote’ voor anker ligt. We lopen bijzonder goed, niettegenstaande er nog een korte zwel overgebleven is van de harde noordooster van gisteren. Ook Whitby is druk – alles wil tegelijk binnen : de toeristen bark Endeavour, een Hollander, een super baren trekkende visser (waar hebben we dat nog gezien ?) en wij. Uiteindelijk wankelen we van boord tot boord rollend Whitby binnen – ik kan een paar vloeken aan het adres van de visser niet inhouden, best dat die geen Vlaams verstaat. De brug blijkt in onderhoud en dus constant open te staan. Aardig meegenomen. Na wat Babylonische spraakverwarring met de instructies van de havenmeester, vinden we toch onze juiste ligplaats. Tijd voor een terrasje, zo denken wij.
22 juli en nog steeds in Hartliepool (zoals ze dat hier uitspreken)

Het miezert, het is koud en op zee staat er 5 tot ­6 Bf met rukwinden tot 35 knopen. We kunnen leukere omstandigheden bedenken om op zee te gaan en blijven dus liggen. Het wordt een uiterst rustige dag met een wandelingetje, wat lezen en computeren, wat boodschappen … een perfecte illustratie van onze blog titel ‘Dolce far niente’.

woensdag 21 juli 2010


21 juli

Voor onze nationale feestdag heeft de weerman voor een hele dag zon (min of meer) gezorgd. Het is nu half zeven en we zijn nog niet nat geweest – integendeel – onze natte kazak begint helemaal gedroogd te worden. Genoeg over ’t weer. Vanmorgen gingen we omstreeks 8u30 door de sluis Royal Quays marina uit. We raken niet uitgepraat over hoe mooi en gezellig het er was. Ineens slaakt Jenny één van haar gillen. Ik ben meteen wakker om te zien dat de King of Scandinavia het grootste deel van de vaargeul opeist. ’t Is hier toch niet hetzelfde als in Oostende zenne ! Gewoon doorvaren en cool blijven zwaaien naar de passagiers lijkt de beste oplossing.
Kort na de middag liggen we alweer vast te Harlepool, deze keer aan de andere kant van de sluis. Veel moeten we hier niet meer zoeken, op de heenweg lagen we hier lang genoeg. Wij hopen dan ook dat de weergoden ons gunstig gestemd blijven (toch weer over ’t weer zeker !!) om morgen verder te kunnen.

dinsdag 20 juli 2010


20 juli

Vandaag pakken we de metro naar Newcastle. Het station ligt op een kleine 10 minuten wandelen van de haven en deze wandeling voert dan ook nog eens door een prachtig park.
Newcastle is een erg gezellige stad, met vele leuke shopping centra en een aantal toffe bezienswaardigheden. Uiteraard brengen we een bezoek aan de mooie kathedraal. Het overvloedig prachtig houtsnijwerk binnen dit gebouw moet je echt gezien hebben. Ook de millennium bridge is een mooie constructie. Net over de brug kan je gratis binnen in de Baltic centre of contemporary art. De kunst die daar tentoongesteld wordt gaat wellicht ons petje te boven want wij vinden de kunstwerken die we geregeld van ons kleinkindjes krijgen, beter dan wat daar tentoongesteld staat. Eventjes stond Jenny ademloos toe te kijken, maar dat was toen ik met mijn rugzak aan één van deze werken bleef haperen en het ei zo na sloopte. Even bijkomen in mooi etablissement langs de kaai, was dan ook meer dan nodig.
Moe maar voldaan keren we naar de boot terug. Als we uit de metro stappen, begint het, ja … te gieten en komen we als twee verzopen … enz (je kan toch niet elke dag hetzelfde schrijven)

19 juli

De 72 mijl naar Whitby hebben we onderverdeeld in 3 etappes van zo’n 24 mijl elk. Eerst en vooral willen we het rustig aandoen, maar daarbij speelt het weer natuurlijk ook een rol : we willen niet al te lang op zee in regen en wind zitten.
Dik ingepakt (zoals gewoonlijk tegenwoordig) vertrekken we rond 8 uur uit Amble en tegen de middag draaien we de River Tyne op, onze eerste bestemming. Twee mijl verderop gaan we door de sluis van de Royal Quays Marina en treffen we daar de mooiste marina tot nog toe – het doet wat denken aan Eastbourne van een aantal jaar geleden. Eerst ruimen we wat op en daarna worden de fietsjes opgetuigd om te gaan shoppen bij Tesco. Onze biervoorraad was tot dramatische hoeveelheden geslonken en daar moest dus hoognodig wat aan gedaan worden. We hebben zelfs nog andere boodschappen meegebracht. Op de terugweg krijgen we een ware stortvlaag over ons heen zodat we als twee verzopen waterkiekens op de boot terugkomen. Het blijft de rest van de avond gieten, maar wij genieten van Vlaamse stovers met frietjes en een leuke film op de laptop.

zondag 18 juli 2010


17 en 18 juli

Gisteren hebben we een vrij rustige tocht gehad van Eyemouth naar Amble, wat niet belet dat we weer het ganse gamma voorgeschoteld kregen : kou, regen, zonneschijn, rukwinden, stroomrafelingen – het blijft een spannend gebied. Wij zeilen steeds in vol ornaat. Bij Jenny betekent dit : 2 T-shirts, 2 fleeces, een dikke gewatteerde body, warme broek, skikousen, skimuts, skihandschoenen en daarboven op een volledig zeilpak. En toch heeft ze het niet overdreven warm, zegt ze. Omdat we voor de optie ‘tegenstroom’ gekozen hadden (anders moesten we al om 4 uur vertrekken) duurt de reis een beetje langer. Veel stroom loopt hier niet, met uitzondering van rond de Farne eilanden. Toen onze snelheid daar tot 2,5 knoop terugliep, was het och eventjes ‘kopke krabben’. Toch waren we nog te vroeg in Amble en moesten we nog een kwartiertje toertjes draaien voor we over de drempel naar de marina konden. Wij hadden reeds van op zee opgeroepen en daarmee was ons plaatsje gereserveerd. D5 – precies dezelfde plaats als bij het doorgaan.
Zondag was het grote was en plasdag, zodat er voor niet veel meer tijd overbleef dan een wandelingetje door de duinen en langs de haven.

vrijdag 16 juli 2010


16 juli

Zoals gewoonlijk nemen we na elke zeildag een rustdag en maken we van de gelegenheid gebruik om iets te bezoeken. Vandaag gingen we met de bus naar Berwick upon Tweed, een oud ommuurd middeleeuws grensstadje. Berwick ligt zowat op de grens tussen Engeland en Schotland en wie ooit de film Bravehart gezien heeft, weet dat die twee nogal geknokt hebben in de loop der geschiedenis. De ramparts, de stadswallen en de havenverdediging zijn dan ook de moeite van een bezoekje waard, net als de oude brug over de River Tweed en de victoriaanse spoorwegbrug. Ook het stadje zelf is gezellig zodat we van een aangename namiddag genieten. Bij Collin en Son hebben we verse kabeljauw gekocht die Jenny straks zal klaarmaken met champignons in witte wijn saus en gestoomde patatjes. Het water loopt me uit de bek terwijl ik dit schrijf.
Speciaal voor Emilie voegen we er deze keer een foto bij van oma.
’s Avonds is er op het kerkpleintje een voorstelling met schotse muziek, doedelzak band en volksdans. Leuk om nog wat van de lokale traditie te kunnen meepikken.

donderdag 15 juli 2010

Donderdag 15 juli

Morgenstond geeft goud in de mond ???
5u30 : de wekker loopt af en we duiken gezwind het bed uit. We hebben besloten dat Edingburgh de verste bestemming van deze reis wordt en vandaag keren we terug naar Eyemouth. Het vroege uur heeft alles te maken met het getij : zo lang mogelijk stroom mee en ruim voor laag water aankomen.
5u32 : we duiken terug het bed in – door de dikke mist zien we geen tien boten ver.
6u30 : tweede poging. Het zicht is beter : nog gene vetten maar toch voldoende. Deze keer zetten we door, forceren een versnellingske en varen reeds om 7u10 de haven uit.
Met de mist gaat het af en aan : nu eens zien we geen 200m in de ronde, dan weer verbeterd het zicht tot een meer comfortabele toestand. Rond 10 uur is hij dan grotendeels opgetrokken, maar een uur later krijgen we een plensbui op onze nek – toch sportief hé dat zeilen, dat je dit allemaal mag meemaken !
Nu ja, het voordeel is dan weer dat de wind krimpt en wat aantrekt, zodat we met halve wind toch nog goeie voortgang maken tegen de stroom die ondertussen gedraaid is. Ik ben content en dat is natuurlijk stom, stom, stom. Iedere zeiler weet toch dat je niet om wind mag vragen. Ik had het kunnen weten : de wind trekt steeds verder aan en het laatste uur worstelen we met meer dan 30 knopen. En wat dat betekent weet ook elke zeiler : alles wat niet vastligt begint aan een eigen vliegend leven en elk touw dat niet opgeschoten of aangehaald is krijg je ofwel met een zweepslag tegen je hoofd of draait zich ergens rond.
Rond drie uur mogen we ons zwaar weer aanlegkunsten nog eens tonen. Ik ben er niet rouwig om dat de helpende handen reeds klaarstaan.
Er is op één of andere manier blijkbaar geen lijn te trekken op het weer. Wij maken nu al voor de derde keer mee dat werkelijk alle bronnen er neffens kloppen. Vreemd.

woensdag 14 juli 2010


14 juli

Vandaag is in Schotland blijkbaar de herfst begonnen : regen, wind, mist en koud, brr.
Terug de bus op dus naar Edinburgh, deze keer om wat musea te bezoeken. We beginnen met het ‘National museum of Scotland’, een fantastisch museum waar je wel een hele dag in zou kunnen doorbrengen. Wij gaan er in vogelvlucht doorheen om een eerste indruk op te doen en zijn toch ruim twee en een half uur zoet.
Van daar wippen we binnen in net ‘Writers Museum’, ondergebracht in een schitterend oud herenhuis en waar Edingburghs beroemde auteurs, Scott (van Ivanhoe en Rob Roy) en Burns worden voorgesteld.
We sluiten af met de ‘National Gallery of Scotland’, waar heel wat oude meesters tentoongesteld staan – we treffen er zelfs werk van onze goeie ouwe Pieter Paul.
Een uitgeregende dag wordt op die manier toch nog op een zeer aangename manier doorgebracht.
Straks nog even de weerberichten uitpluizen om te weten of we verder kunnen of hier nog wat vastzitten.

Vandaag staat Edingburgh op het Programma. De busverbinding vanuit Queensferry valt zeer goed mee : om de 15 minuten hebben we een bus, die ons in minder dan een half uurtje naar de stad brengt. Voor ons eerste bezoek aan de hoofdstad van Schotland nemen we de sight seeing bus. De allerbeste manier om een nieuwe stad en haar bezienswaardigheden te verkennen. Op korte tijd leren we dan ook heel wat van deze boeiende stad. Om onze kennis over de couleur locale nog wat meer diepte te geven, gaan we ook nog eens mee met een ‘ghost tour’. Een in 19 eeuwse kledij gestoken gids geeft een leuke en boeiende uitleg over de grimmiger kantjes van Edinburgh en zijn bewoners. Een pintje drinken in de oudste kroeg van de stad en rondstruinen langs de vele typische winkeltjes mag natuurlijk niet ontbreken. Nadat we ook nog eens het kasteel en een groot deel van de oude stad bezocht hebben keren we terug naar de boot. Door alle omleidingen hier, wegens het aanleggen van een tramtraject, valt het nog niet mee de juiste bushalte terug te vinden. We zijn dan ook opgelucht als na herhaalde vragen aan de buschauffeurs er eindelijk eentje is die ons terug ‘op het rechte pad’ brengt.

Maandag 12 juli

De storm is gaan liggen, van 8 Bf naar 1 Bf in minder dan 12 uur tijd. Ook de zee valt hier meteen mee – we varen op een spiegel naar de Firth of Forth waaraan Edinghburg gelegen is. Vier uur later lopen we reeds voorbij Bass Rock, een oude gevangenis rots maar nu een kolossale Jan van Genten kolonie. Hier draaien we ook de Firth in. Al van heel ver zien we de spoorwegbrug over de fjord. De firth is een prachtig zeilgebied met eilandjes, dorpjes en vuurtorens op beide oevers. Na slechts acht uur varen – de hele tijd met stroom mee – bereiken we Port Edgar. Als we het havenkantoor oproepen krijgen we te horen dat er geen plaats meer is. Gelukkig was ik daarvan verwittigd en na wat zacht aandringen kregen we toch een vrij plaatsje toegewezen. Nog eventjes een verkennings wandelingetje in Queensferry, wat boodschappen en dan is het weeral tijd voor de aperitief en een rustige avond aan boord.

zaterdag 10 juli 2010


10 juli

Vandaag liggen we dus verwaaid te Eyemouth en het ziet er naar uit dat we niet voor maandag zullen kunnen vertrekken. Niet zo erg, want tijdens dit weekend gaan hier de ‘herring queen’ feesten door. Vandaag werd miss haring gekroond en dit ging met heel wat ceremonieel gepaard – doedelzak band en al.
Het beste kwam echter van onze vrienden van de Zigzu. Clive had nog een oude dongle liggen waarmee je via het gsm netwerk op het internet kunt aan een behoorlijke snelheid. Die heeft hij mij zomaar cadeau gedaan, het enige wat ik nog moest doen was een pay & go voucher gaan halen bij de Coop en, joepie, we konden weer online. Wat een verbetering in deze woeste gewesten, waar internet nogal moeilijk te vinden is !

Vrijdag 9 juli

We voelen ons al snel op ons gemak hier : een toffe pei van een havenmeester, een zeer relaxte stijl van haven, een authentiek kader en zeer vriendelijke mensen. ’s Morgens rommelen we wat aan de boot : afspuiten, opruimen, verhalen voor vertrekkers … en gaan we een vers visje en kreeft kopen – je kunt het slechter treffen. In de namiddag gaan we op stap langs het prachtige ‘Coastal Footpath’ naar St Abbs Head. We miskijken ons een beetje op de afstand en we moeten een km of twee voordien afhaken. Omdat het al laat is willen we de bus terug nemen. Als we in het kotje, ‘busje komt zo’ zitten te mijmeren, neemt een vriendelijk madammeke ons zo maar mee naar Eyemouth. Wij kunnen ons niet voorstellen dat dit bij ons ook zou gebeuren.

Donderdag 8 juli

Het weerbericht van de Met Office :

BERWICK UPON TWEED TO WHITBY
24 HOUR FORECAST:
SOUTH OR SOUTHWEST, BACKING SOUTHEAST LATER, 3 OR 4.
SMOOTH OR SLIGHT.
SHOWERS THEN FAIR, RAIN LATER.
GOOD BECOMING MODERATE, OCCASIONALLY POOR LATER.

Dat ziet er goed uit. Rond de middag gooien we los en vertrekken we naar Eyemouth. We zijn nauwelijks twee uur bezig en de windmeter wil al weer niet meer onder de 20 knopen zakken. Nog wat later zien we ook van tijd tot tijd de 7 Bf verschijnen. Als we na de Farne eilanden moeten oploeven om naar Eyemouth voor te liggen wordt het dan ook duikbootje spelen met de golven. Bij het aanlopen van de haven had Murphy er nog eentje in petto voor ons. We hadden geopteerd om tussen de Hurkars (rotsen) door te varen en dit was voor een eerste keer Eyemouth niet de slimste oplossing. Slechts twee kabels voor de haveningang zagen we waar die lag en ik kan je verzekeren dat dit allesbehalve stimulerend voor de gemoedsrust is.
Eenmaal binnen zagen we meteen ook de Pat Panick liggen, zodat we direct wisten waar we langszij konden. We werden gelijk op de aperitief uitgenodigd door Las en Heidi en na 7 uur weg en weer klutsen klonk dat als muziek in de oren. Gesterkt door een drankje en een hapje, trokken we op pad op zoek naar een leuk restaurantje. Was dat een misrekening zeg, die Schotten sluiten hun keuken al om 8 uur ! We moeten er echter wreed uitgehongerd uitgezien hebben, want uiteindelijk riep een restauranthouder ons terug binnen nadat hij ons eerst naar de KKKKKKKKKKKKKKKKKCoop gestuurd had. Omdat het al laat was zei hij was er geen heilbot meer, maar wel nog veel KKKKKKKKKKKCod. We hadden onze beste pokerface nodig bij al deze vriendelijkheid.
Met een verrukkelijke tagliatelle met zeevruchten sloten we een typische dag ‘op reis met de boot’ af.

Amble : 5, 6 en 7 juli

We hebben op onze laatste nacht te Blyth geen oog toegedaan. Het containerschip dat hier binnengelopen was, diende hoognodig midden de nacht gelost te worden. En dit ging gepaard met hééél wat kabaal ! Enfin, nu we toch wakker waren zijn we dan maar ‘au krieke du jour’ naar Amble gevaren dat zo’n kleine 16 mijl verder naar het noorden ligt. De voorspelde 3 à 4 werden uiteindelijk 5 à 6 en met uitschieters van 28 knopen werd het toch nog een pittig tochtje.
In Amble werden we buitengewoon goed ontvangen door een zeer behulpzame havenmeester – een meevaller van een marina, vooral omdat we van hieruit van plan waren één en ander te bezoeken.
Eerst zijn we naar het historisch plaatsje Warkwarth gewandeld, een mooie wandeling langs de Coquet rivier. De historische bezienswaardigheden zijn er legio : het kasteel, de oude kerk, de voetgangersbrug en verder langs de rivier de hermitage, een in de rots uitgehouwen kapel. Jammer genoeg konden we die niet bezoeken omdat ze maar een tweetal dagen voor bezoekers open staat en we op de verkeerde dag daar waren.
’s Avond verbroederen we met Clive en Chris van de Zigzu, uit Grimsby. We spoelen alle politieke en andere problemen van zowel Engeland als België door met bier en whisky – wat kan een mens van een geslaagde avond aan boord van zijn bootje, nog meer wensen ?
Daarna zijn we met de bus naar Alnwick geweest. Ook hier troffen we een prachtig oud stadje. Barter books, één van de grootste tweedehands boekhandels van de UK viel wat tegen met maar 2 m² nautische boeken, maar was anders zeker het bezoeken waard. Ook het kasteel en de prachtige tuinen ogen zeer mooi, maar je moet diep in de geldbeugel tasten, voor je hier binnenkomt. We hebben zoveel mogelijk gesjoemeld om zo veel mogelijk gratis te zien (wij zijn nochtans geen Hollanders, maar het moet ergens stoppen) en zo beleefden we toch weer eens een prachtige dag. Met het geld dat we aan entrees gespaard hebben, hebben we dan maar een paar typisch Engelse pubs bezocht – kwestie van cultureel toch nog iets mee te pikken.
Hoewel de wind voor het ogenblik nog zijn liedje in de stagen zingt, belooft de voorspelling voor morgen beterschap en dan kunnen we naar Eyemouth – Scotland at last!
Zondag 4 juli liggen we verwaaid – gale 8 to severe gale 9 is niet echt wat we graag hebben. Ook Las en Heidi van de Pat Panick uit Nieuwpoort, zijn hier ondertussen binnengelopen om even te schuilen. De kennismaking verloopt aangenaam, bijna spijtig dat ze dezelfde avond alweer verder trekken – de werkende mens heeft immers minder tijd dan de gepensioneerde ;-)

zaterdag 3 juli 2010


Zaterdag 3 juli

Vandaag zijn Jules en Lea terug naar huis vertrokken. We hebben een leuke tijd samen doorgebracht. Omdat we over een auto beschikten, konden we wat meer van het achterland bezoeken. Zo hebben we een leuke dag doorgebracht in York – een prachtige middeleeuwse stad – en zijn we de volgende dag de historie ingedoken met een bezoek aan Hadrians Wall en één van zijn Romeinse forten. Tweemaal indrukwekkend, elk op hun eigen manier.
Ondertussen zijn Jenny en ik ook verder getrokken naar Blyth, de basis van de Royal North Humberland Yacht club. Zij hebben hun clubhuis in een oud lichtschip – erg charmant.