vrijdag 15 augustus 2008

l'Aberwrac'h


Vrijdag 8 augustus is een tussendoortje : een dag met wat minder wind tussen één met veel en één met heel veel. We maken er gebruik van om door te stomen naar l’Aberwrac’h. Dat de wind pal op de neus is nemen we er maar bij. De laatste tijd mag je niet te kieskeurig zijn. Niettegenstaande de vrij rustige weersomstandigheden, treffen we toch een ‘mer forte’, gelukkig alleen rond het eiland Batz. Wat een putten zeg ! In l’Aberwrac’h is een nieuwe marina aangelegd. We liggen er goed beschermd. Al goed, want het ziet er naar uit dat we hier een tijdje zullen moeten blijven. De depressietrein weet voorlopig van geen stoppen.
De ‘solitaire du Figaro’ komt hier aan. Elke dag lopen er opgevers binnen – dit zal ook wel met het leuke weer te maken hebben. Ondertussen horen we van de organisatie dat ze de koers ingekort hebben omdat er nog leuker weer op komst is. Het havenpersoneel wordt zenuwachtig om alles op tijd klaar te hebben, de bezoekers worden in een uithoekje van de haven op elkaar geklasseerd (ja wij ook) en de handelaars die het hele circus volgen zijn druk in de weer om hun tentjes in orde te brengen. En wij, wij wachten af of er een tussendoortje komt of een nieuw record verwaaid liggen.
Figaro,figaro,fi- ga- ro … de koorts stijgt, vandaag is de aankomst voorzien. De havenmeester komt ons fijntjes vertellen dat de organisatie nu ook ons achterafhoekje wil hebben om er hun zodiacs en andere vip-vervoerboten te parkeren. Na wat morren zeg ik meer voor de grap dan wat anders dat ik onmiddellijk vertrek als ze een mooi plaatsje voor me weet. En zie, we mogen naar B64, niet alleen een binnenplaats met vingerponton, maar ook nog eens aan de stijger waar straks de figaro’s komen aanleggen. Ik begrijp geen snars van hun werkwijze, maar we gaan er als de gesmeerde bliksem naar toe – en straks zitten we op de eerste rij !
Het zijn toch wel cracks, die Figaro solozeilers. De etappe die ze net achter de rug hadden loopt van Cherbourg, rond het eiland Man naar l’Aberwrac’h – zo’n 900 mijl en deze keer bovendien in vrij moeilijke omstandigheden. Bij aankomst krijgen ze het hele mediacircus in hun nek en vinden ze nog de moed om deze verzamelde pers voor een uur of twee glimlachend te woord te staan. Ze zien er ongeveer even moe uit als wij, na een clubuitstap naar Duinkerken.
Ondertussen blijft het zomeren in l’Aberwrac’h : onze kleren hangen te drogen van de vorige plensbui en de zuidwester haalt uitschieters van 30 knopen. Tussen twee buien door proberen we ons bezig te houden. Veel valt er hier anders niet te beleven. Het marktje op dinsdagmorgen telt drie kraampjes, je hebt meer tijd nodig om naar het plaatsje Landeda te lopen dan er volledig omheen en dan is er nog de semafoor met tentoonstellingsruimte. Daarmee heb je het zowat gehad.
Bob en Maggy, Engelse lotgenoten aan boord van Salifi waarmee we zo’n beetje bevriend zijn geraakt willen samen met ons naar Camaret. Zij hebben het echter minder goed getroffen. In afwachting van beter weer liggen zij aan de buitenstijger te steigeren, ze kunnen nauwelijks aan boord blijven. Wij voelen met hen mee en ‘keep our fingers crossed’ dat we binnenkort zullen kunnen vertrekken.

Geen opmerkingen: